Wie vanuit de polder naar Wamel kijkt ziet in een oogopslag de drie kenmerkende gebouwen van Wamel. Aan de linkerzijde het ranke witte torentje van de Hervormde Kerk en vervolgens aan de rechterzijde de grote bouwmassa van de Katholieke Kerk waarvan men duidelijk kan zien dat zij op een hoogte -in dit geval de voormalige dijk- is gebouwd. Maar het meest in het oog springende is toch de wit gepleisterde Lakenburg in het midden.
Deze op het eerste gezicht negentiende eeuwse villa bezit een bouwgeschiedenis die teruggaat tot zeker in de 17de eeuw. Overigens is de Lakenburg de laatste representant van het grote aantal uit de middeleeuwen, maar ook van latere tijden stammende, hoeven en kastelen dat Wamel voorheen moet hebben gekend. We noemen hier de Sterkenburg, de Spijker, Pollenstein, de Rouwenburgh, de Hollenhof, de Kloosterhof en de Hoogen Kamp.
In zijn huidige gedaante is de Lakenburg zoals gezegd een witgepleisterd huis met een ruime zogenaamde bel-etage op een souterain, gedekt door een schilddak met dakruitertje. Het 19de-eeuwse karakter van dit huis komt het duidelijkst tot uiting aan de voorzijde. De vlakke zijgevels en de achtergevel alsmede het volume van het huis doen een ouder gebouw vermoeden, hetgeen bij nader onderzoek in 1984 dan ook is aangetoond. Aan de hand van het kadastraal minuutplan van 1821 en de pentekening van Tavenier uit 1786 krijgt men een beeld van de 18de- en vroeg 19de-eeuwse aanleg. Het omgrachte huis bestond uit drie aaneensluitende woonvleugels onder zadeldaken en topgevels aan de noord- en zuidzijde. Een vergelijkbare bouwconstructie ziet men heden ten dage nog bij het pand Dorpsstraat 35-37, de voormalige bakkerij van Looman. Het westelijke pand bestond uit gedeelten, gescheiden door een gemeenschappelijke tussenmuur. De oostelijk daarvan gelegen blokken lijken korter te zijn geweest. Op de noordoosthoek van het omgrachte terrein stond een overhoeks ten opzichte van het huis geplaatste poorttoren met verdieping en zadeldak tussen trapgeveltjes. In de huidige villa treft men nog restanten van het 17de eeuwse gebouw aan. Het 17de eeuwse muurwerk, dat uit drie verschillende fases dateert, bevindt zich voornamelijk in de zuidelijke helft van het huis. Het noordelijk gedeelte van het huis is behoudens de westmuur, geheel laat 19de eeuws. De huidige villa bestaat uit twee kamers aan weerszijden van de korte middengang en drie vertrekken aan de achterkant. Het zuidelijk gedeelte van het souterrain bevat nog belangrijke overblijfselen van de oude Lakenburg. Hiertoe behoort de zuidoostelijke bijna vierkante kelder met graatgewelf dat op een middenpeiler rust. Van binnenuit is tevens te zien dat in de zuid- en westmuur, in het laatste kwart van de 19de-eeuw, venster en deuropeningen zijn gedicht en verkleind, toen het huis tot villa werd verbouwd. Uitwendig zijn alle bouwsporen door de pleisterlagen aan het oog onttrokken. Uit een en ander kan de conclusie worden getrokken dat van de drie evenwijdig aan elkaar palende bouwlichamen alleen de oostelijke was voorzien van een kelder, hetgeen ook blijkt uit het zwaardere muurwerk en dat het middelste en westelijke bouwlichaam veel lichter waren gefundeerd en geen kelders bezaten. De drie vleugels waren ongelijk van lengte, zodat er op de omgrachte huisplaats ook nog een ‘plaats’ was. Voor de goede orde wordt vermeld dat voorheen het landgoed de Lakenburg twee grachten had. Een gracht direct rondom het versterkte huis en de gracht die we nu nog kennen.
Wie op een herfstavond in de Lakenstraat langs de Lakenburg loopt en door het dicht geboomte de lampen in de villa ziet branden moet onwillekeurig denken aan vroeger dagen. De meeste Wamelnaren herinneren zich nog wel dat hier dr. Van Hoeke zijn huisartsenpraktijk uitoefende. Maar dat er daarvoor een notaris was gevestigd weten al veel minder Wamelnaren. En daarvoor?
Van de Lakenburg is de bewoningsgeschiedenis goed bekend. Hoewel dat niet direct met de bouwgeschiedenis heeft te maken, zijn het wel de bewoners geweest die het uiterlijk van de Lakenburg door de eeuwen heen hebben bepaald. Daarom zal hier in vogelvlucht de bewoningsgeschiedenis van de Lakenburg worden weergegeven. Maar eerst iets over de benaming ‘Lakenburg’.
De benaming Lakenburg duidt mogelijk op het woord ‘ink’ of ‘lake’ dat ook grens betekent, waardoor de naam Lakenburg grensburcht zou betekenen, wat wel aan de ligging beantwoordt. Een andere verklaring brengt de naam in verband met het schutlaken of de schutsluis, waarbij de Lakenburg waarschijnlijk al vanouds gelegen was. Vroeger schijnt de Lakenburg ook als Lakemond te zijn betiteld.
Eerst wanneer van het geslacht Van Balveren melding wordt gemaakt, komt ook de aanduiding van ‘Lakenburg’ voor. In de 17de eeuw was de Lakenburg in het bezit van Johan of Jan van Balveren, oudste zoon van Christiaan of Christoffel van Balveren, een der officieren die de plechtige intocht van Frederik Hendrik te ‘s-Hertogenbosch meemaakte, na de verovering van de stad op de Spanjaarden in 1629. Deze Johan van Balveren, heer tot Wamel en den Lakenburg, die van 1630 tot 1657 stadhouder (of Ambtman?) was van Maas en Waal, stierf in 1689 en werd te Wamel begraven. Toen Jan Willem van Balveren, zoon van eerdergenoemde Johan, in 1717 te Wamel ongehuwd overleed, liet hij de Lakenburg na aan zijn zuster Sybilla Elizabeth, die gehuwd was met Jacob van Lawick, heer van Mispeler en kolonel van de infanterie te Ede. Diens zoon Ernst van Lawick, ook vermeld als ambtsjonker van Maas en Waal, kwam in 1746 in het bezit van de Lakenburg, maar hij overleed reeds in 1749. Hij legateerde het landgoed aan Nicolaas Hans Willem, baron van Delen en heer van Druten, onder het beding, dat bij diens kinderloos overlijden het huis zou komen aan de afstammelingen van Steven van Delen en Johanna Helena van Zutphen. Dit laatste is inderdaad in 1793 gebeurd. De kleindochter van genoemd echtpaar, Maria Wilhelmina van Delen, geboren op 14 oktober 1793 te Tiel, staat als vrouwe van de Lakenburg vermeld. Zij overleed er op 17 april 1871 als echtgenote van haar neef Johan Casper Ferdinand van Delen die stierf in 1872. Beiden zijn begraven in de eerdergenoemde grafkelder op het kerkhof van de Hervormde kerk. Jacob Jan Hendrik, baron van Delen, die gedurende 30 jaren burgemeester van Wamel was, verbouwde de Lakenburg tot de 19de eeuwse villa, zoals we die nu nog kennen. Hij stierf op 25 december 1895, als laatste mannelijke telg van zijn geslacht.