Langs de dijk lagen verschillende bewakingsposten. Die bestonden uit een soort gat dat boven aan in het dijklichaam was gegraven, zodat men net over de kruin van de dijk heen kon kijken. De post bij Van de Hurk waar de Kerkstraat uitkomt op de Waalbandijk, zag er op een gegeven moment wat anders uit. Recht er tegenover aan de andere kant van de Waal ligt een Steenfabriek. De Duitsers hadden een uitkijkpost gemaakt aan de binnenkant van de schoorsteen. Daardoor konden ze als het ware over de dijk heen kijken. Men heeft daar toen door de dijk heen een tunneltje gegraven. Zo kon men redelijk ongemerkt de Duitsers toch nog in de gaten houden. Ook op enkele andere plaatsen paste men deze ‘tunnel-tactiek’ toe. Wat later heeft men bij Van de Hurk een tank aan laten rukken die de schoorsteen van de steenfabriek kapot geschoten heeft, zodat deze uitkijkpost uitgeschakeld werd.
In het begin hadden de posten nog geen contact met elkaar, dat leverde natuurlijk grote problemen op. Toen er meer troepen in Wamel kwamen verbond men de posten met elkaar via veldtelefoons. Er lagen bossen kabels door de Dorpsstraat en langs de Dijk. Door de hevige beschietingen vanuit Tiel werden er natuurlijk vaak kabels beschadigd. De kapotte kabels bleven liggen en men trok dan weer nieuwe verbindingen. Uiteindelijk lag er op verschillende plaatsen een wirwar van telefoonleidingen.
Er gebeurden ook wel zaken die eigenlijk niet netjes waren, maar waar men achteraf hartelijk om kan lachen. Zo ontdekten enkele soldaten bij degene waar ze ingekwartierd lagen in de kelder een deur die op slot was. Dat moest natuurlijk onderzocht worden. De deuviken werden uit de scharnieren gehaald en zo kon de deur open. Men vond twaalf flessen wijn… Voorzichtig werd de loden capsule verwijderd en één van de jonge soldaten kende een manier om de kurk er onbeschadigd af te krijgen. De fles werd letterlijk ‘Soldaat’ gemaakt. Men vulde de fles met water dat met inkt gekleurd werd, de stop ging weer op de fles en ook de capsule ging weer netjes op de hals van de fles. Het bleef natuurlijk niet bij die ene fles, na enkele dagen waren alle twaalf flessen op dezelfde wijze leeggedronken en hervuld met het gekleurde water. Kort daarna wilde de bewoner van het huis de flessen ruilen tegen sigaretten. Er waren enkele Canadezen die een dergelijke ruil wel zagen zitten. De ruil werd overeengekomen en er moest natuurlijk meteen een fles worden geprobeerd. Hoewel de geur van de wijn nog duidelijk te ruiken was, smaakte het goedje van geen kanten het was immers water met inkt. De Nederlandse ‘schelmen’ waren er toen als de kippen bij om te verklaren dat dit een gevolg was van de oorlogshandelingen. Door de trillingen van honderden inslagen waren de flessen waarschijnlijk zo hard geschud, dat de wijn bedorven was, een verklaring die aannemelijk klonk en voor zoete koek geslikt werd…
Meestal was de realiteit echter keihard. We noemden eerder al het voorval aan de Molendijk.
Een ander schrijnend voorbeeld van een slachtoffer speelde zich af bij de post aan de Oude Waalsteeg. Daar werd een jonge soldaat van de Binnenlandse Strijdkrachten in zijn hoofd getroffen door een granaatscherf. De scherf ging dwars door zijn helm heen. Midden in de nacht werd dominee Pennings erbij gehaald. Op een afstand hoorde hij al wat er aan de hand was, het slachtoffer maakte een rochelend geluid dat hem bekend was van mensen die een hersenbeschadiging hadden gehad bij een attaque. De jonge man werd op een laddertje gelegd en men bracht hem naar het schuurtje dat tegen het huis van de dominee was aangebouwd. Men kon niets meer voor hem doen. Zijn hersenen waren zo zwaar beschadigd dat hij volledig in coma was. Uren zat dominee Pennings bij de zwaar gewonde, totdat hij eindelijk stierf.
Dit waren slechts enkele voorbeelden. Het moge duidelijk zijn, dat naast de Wamelse slachtoffers er nog veel meer mensen stierven in ons dorp. Het is daarom goed, dat het onderzoek voor dit boek er toe geleid heeft, dat ook deze mensen herdacht worden op het monument voor onze eigen oorlogsslachtoffers. Ook zij zijn Wamelse slachtoffers, omdat ze zo ver van huis onze Wamelse grond drenkten met het bloed van hun lichaam…