In 1222 schreef Abt Cesarius van het klooster in Heisterbach een goederenregister over van de abdij van Prüm. Cesarius was van 1212 tot 1215 de dertigste abt van de Abdij van Prüm. In dat laatste jaar trok hij zich terug uit zijn ambt en trad in, in het Cisterciënzer klooster in Heisterbach, dat in 1189 gesticht was. Ook zijn opvolger was slechts drie jaar Abt. Van 1218 tot 1245 was Friedrich I of wel Friedrich von der Leyen abt van het klooster. Voor hem maakte Cesarius de kopie van het stuk uit 893.
De familienaam van Cesarius was Von Milendonk. Er is nog een tijdgenoot van Abt Cesarius die eveneens Abt was en ook verbindingen had met Heisterbach: Cesarius von Heisterbach. Ook deze abt is bekend, want hij was een beroemd chroniqueur en van hem zijn diverse handschriften bekend.
Vermeldenswaard in verband met Wamel is nog het feit dat het Prümer klooster in elk geval al in 721. bestond, omdat er een lijst van Abten gereconstrueerd is van 721 tot 1576.
Het goederenregister dat Cesarius kopieerde, stamde uit het jaar 893.
Tegenwoordig zouden we even een fotokopie maken, maar in die tijd moest dat met een ganzeveer overgeschreven worden. Deze abt staat bekend als een zeer nauwgezet iemand. Daarom twijfelen de historici eigenlijk niet aan de juistheid van het jaartal 893, hoewel het oorspronkelijke goederenregister niet bewaard gebleven is.
Voor ons lijkt het misschien wat vreemd dat een of andere abt in Duitsland iets overschreef over ons dorp. maar de geschiedenis van ons dorp en de hele streek is nauw verweven met de historie van steden die nu in Duitsland liggen. Met nadruk zeggen we nu, omdat dat vroeger allemaal heel anders was. Wij zijn opgegroeid met de ons bekende verdeling van Europa. Maar hoe snel dat veranderen kan leert ons de stormachtige geschiedenis van de laatste paar jaren, waarin Duitsland verenigd werd en de Sovjet Unie en andere landen uiteen vielen in afzonderlijke staten.
Voor de mensen die in 893 leefden bestond er geen Nederland, België of Duitsland met de huidige grenzen. Die indeling ontstond pas vele eeuwen daarna. We moeten ons steeds verplaatsen in de tijd en proberen om onze eigen waarden en normen te vergeten, om te kunnen begrijpen wat toen normaal was.
Bovendien moeten we ons de abdij van Prüm voorstellen als een soort internationaal bedrijf. Ze hadden letterlijk over geheel Europa bezittingen en handelden in allerhande goederen die over het gehele gebied hun weg vonden.
Zo had men in Frankrijk bezittingen waar zout gewonnen werd. Daar waren enkele riviertjes die door sterk mineraal houdend gesteente liepen. De zouten die daarin zaten losten op en werden door het water te verdampen gewonnen. Dat zout vond via de andere bezittingen zijn weg door heel Europa. Zout was schaars en dus duur, terwijl het voor ieder mens onontbeerlijk is.
Keren we terug naar het Vamele of Uamele van 893. Het schijnt destijds een hof (curia) geweest te zijn, waar de abdij van Prüm twee hoeven bezat. Hoe groot of hoe klein het was, of het al een echt dorpje was of een paar huizen met enkele bewoners, is niet bekend. We komen hier verder in dit hoofdstuk nog op terug. Of Wamel in de tekst uit Prüm nu met een ‘U’ of een ‘V’ werd geschreven is moeilijk na te gaan. Die tekst is namelijk in het Latijn geschreven en in die taal kende men de letter ‘W’ niet. Bovendien werd voor de hoofdletters ‘U’ en ‘V’ hetzelfde teken gebruikt. Meestal moet men uit het zinsverband opmaken of het een ‘U’ of een ‘V’ moet zijn. Bij plaatsnamen en eigennamen is dat natuurlijk moeilijk.
Of het nu ‘Uamele’ of ‘Vamele’ geweest is, is niet zo belangrijk. Het is in elk geval duidelijk, dat de naam van ons dorp in de 1100 jaar van haar te achterhalen bestaan nauwelijks veranderd is. Al in het jaar 1288 komt de naam Wamel voor. In 1026 wordt het dorp Wamelo genoemd. Toen kreeg proost Odo van Utrecht twee hoeven in ‘villa Wamelo’ (villa betekent dorp) als een soort schadevergoeding, omdat deze proost Odo door een zekere Immo die waarschijnlijk in Driel woonde, gevangen genomen was. Proost Odo schonk de twee hoeven direct aan de broeders van twee Utrechtse congregaties. De overdracht werd geregeld door zijn advocaat, ene Poppo. Honderd jaar later duikt ons dorp op onder de naam Wamele en in 1225 en 1238 schrijft men Wammele.
Hierbij moeten we bedenken dat er nog geen spellingsregels waren zoals we die tegenwoordig kennen. Iedereen schreef zoals hij dacht dat het goed was. Afwijkingen in de schrijfwijze zijn dus veel normaler dan dat nu het geval is.